logo logo_provincieUtrecht

Bunnik, Limesweg

Limesweg aan de Achterdijk in Bunnik

In 2013 heeft RAAP in opdracht van de provincie Utrecht een stuk van de limesweg opgegraven. De aanleiding voor deze opgraving was de aanleg van de N421 tussen de Rijksweg A12 en Houten. Op basis van proefsleufonderzoek was al bekend dat er een Romeinse weg lag direct ten zuiden van de Achterdijk; in de proefsleuven werden namelijk aan weerszijden van de Rietsloot een grindbaan met een bermgreppel gevonden. Bij de opgraving is de limesweg over een lengte van 250 meter onderzocht. De weg doorkruist een oude riviergeul, die in de Romeinse Tijd al niet meer watervoerend was. Deze restgeul van de Houtense stroomgordel bevindt zich ter hoogte van de Rietsloot. Op de hogere delen van het landschap bestaat de weg uit een grindbaan met aan weerszijden een bermgreppel. Het grinddek is grotendeels opgenomen in de bouwvoor. Daar waar de limesweg de restgeul kruist zijn door de Romeinse wegenbouwers verschillende methoden toegepast om deze laagte te passeren. Toen de weg werd aangelegd is er in de laagte een talud aangebracht bestaande uit zand en grind. Een goede datering van deze oudste fase heeft het onderzoek helaas niet opgeleverd, maar we weten wel dat de weg in 124/125 na Chr. is vernieuwd. Hierbij is het tracé ter hoogte van de kruising met de restgeul een stukje in zuidelijke richting verplaatst.  Voor de kruising met de restgeul is toen gebruikgemaakt van een bekiste dijk (agger). De bekisting is gemaakt van eikenhouten palen, die om de 50 à 70 cm aan weerszijden van de dijk zijn geplaatst. Vermoedelijk bestond de bekisting uit planken die tegen de houten palen rustten. Voor de versteviging is gebruikgemaakt van een zogenaamde trekbalkconstructie, wat blijkt uit de aanwezigheid van elke 2,5 meter paarsgewijs geplaatste palen aan de buitenzijde van de palenrijen. Helaas zijn noch van de planken noch van de trekbalken resten gevonden. Deze constructiewijze is ook bekend uit Valkenburg (Zuid-Holland) en Vleuten. Het lijkt erop dat in de periode rond 124 na Chr. groot onderhoud is gepleegd aan de limesweg, waarbij deze constructie op meerdere locaties werd toegepast. Na 150 na Chr. is er nog een verandering aan de weg aangebracht, toen ten westen van de Rietsloot een smalle brug of doorlaat werd aangelegd. Deze doorlaat bestond uit drie haaks op de weg geplaatste rijen palen. De twee meest zuidelijke rijen bestaan uit dicht op elkaar geplaatste dunne elsenhouten paaltjes. Voor de brugconstructie is ook gebruikgemaakt van hergebruikt constructiehout. Dit zijn delen van eikenhouten balken met pengatverbindingen die voor het hergebruik zijn aangepunt. Drie van deze balken zijn dendrochronologisch gedateerd rond 150 na Chr. Dit betekent dat de brug/doorlaat zeker na 150 na Chr., maar waarschijnlijker pas enkele tientallen jaren later is gebouwd. Naast het opvallende feit dat er sprake is van zeker drie aanleg/herstelfasen van de limesweg hebben we door dit onderzoek voor het eerst ook inzicht gekregen in de ligging van de limesweg in het Kromme Rijngebied. Tot nu toe was er altijd discussie over de vraag of de weg de kortste verbinding tussen het castellum bij Vechten, Fectio, en het castellum bij Rijswijk (Gelderland), Levefanum volgt of  dat de weg een langere route volgde langs de Kromme Rijn. Nu is vast komen te staan dat de Romeinen voor een korte verbinding hebben gekozen en de limesweg niet direct langs de feitelijke noordgrens van het Romeinse Rijk, die gevormd werd door de Kromme Rijn hebben aangelegd.

Bram Jansen, RAAP

Fig. 1: De limesweg met in rood de palen van de agger, in donkerblauw de palen van de brug en in lichtblauw de bermgreppels. Met onderbroken grijze lijn is de contour van de opgravingsputten aangegeven.

Foto: Het bergen van een van de palen van de brugconstructie met duidelijk waarneembaar een gat van een pen-gatverbinding.

Foto: De oudste fase van de weg met roestige grindlagen. Op de achtergrond zijn de palen van de agger zichtbaar.

Voorwerpen

Gemeente

Plaats/Toponiem

Periode

Materiaal

Thema