logo logo_provincieUtrecht

Bunschoten-Spakenburg, Spuistraat

Eendracht of tweestrijd? Opgraving aan de Oude Schans en Spuistraat in Spakenburg

Het dorp Spakenburg is vaak in het nieuws. De sportieve tweestrijd die al jarenlang tussen twee amateurvoetbalclubs woedt, levert smeuïge verhalen op. De rooien versus de blauwen. De vissers tegen de boeren…. Vissers en boeren, Spakenburg en Bunschoten. Twee dorpskernen binnen één gemeente, ieder met een eigen historie. Maar in 2014 haalde ook een archeologisch onderzoek in het centrum van Spakenburg, aan de Oude Schans, geregeld de kranten. Het onderzoek werpt mogelijk nieuw licht op het ontstaan van het vissersdorp. Het centrum, rond de Oude Haven, is beschermd dorpsgezicht.  Archeologisch onderzoek is daarom niet aan de orde van de dag. Een verwoestende brand in het voorjaar van 2012 bracht hier verandering in. Enkele panden aan de Oude Schans en Spuistraat werden in de as gelegd. Op deze plek moest nieuwbouw verrijzen; dit was de directe aanleiding voor het archeologisch onderzoek. De archeologen hebben drie gebruiksfasen onderscheiden op het terrein. 

Fase 1: Het natuurlijke dekzand wordt afgedekt door een pakket natuurlijk veen van circa 1,40 meter dik. Hierop ligt een pakket van circa 30 cm veraard veen, dat zich over het hele onderzoeksterrein lijkt uit te strekken. Dit is de oudste laag waarin menselijke activiteit is vastgesteld. In het midden van de 13de/begin van de 14de eeuw zijn sporen in deze laag gegraven: een sloot, kuilen en een mogelijke waterput. De ouderdom van deze sporen heeft de archeologen nogal verbaasd, omdat de oudste vermelding van Spakenburg in de historische bronnen namelijk dateert uit 1409, ruim honderd jaar later! Deze vroege fase lijkt te draaien om het gebruiksklaar maken van het terrein. Of er daadwerkelijk al bewoning op het terrein was, is nog onduidelijk. 

Fase 2: Rond 1400 wordt een deel van het terrein opgehoogd met kleihompen en veenplaggen. De ophoging wordt aan alle vier de zijden door sloten omgeven: een duidelijke woonterp. Bij de terp horen bewonings- en gebruikssporen, zoals een vloerniveau, paalgaten, kuilen en waterputten. Het terplichaam lijkt enkele honderden jaren in gebruik te zijn geweest. In het oog springen de vele goed geconserveerde houtvondsten. Door de hoge grondwaterstand waren flinke stukken hergebruikt scheepshout (als beschoeiing), een trog en vlechtwerk van twee fuikdelen goed bewaard gebleven. Ook de metalen vondsten waren van goede kwaliteit, na ruim 500 jaar in de grond te hebben gezeten. Een zilveren muntschat, pelgrimsinsignes en twee loodbronzen kookpotjes (grapes) waren de voornaamste blikvangers. Ook de vondst van twee kleipijpen beeldjes van Maria met kind is uniek voor de regio. De rijke vondsten passen niet direct in het beeld dat we hebben van een kleinschalig vissersdorp, dat haar grootste bloeiperiode nog moest meemaken. Wellicht zijn dit de relicten van een rijke koopman, die zijn winst haalde uit handel met het landinwaarts gelegen Bunschoten en Amersfoort.

Fase 3:De derde fase wordt gekenmerkt door de bewoningsfasen die niet meer direct aan de terp gekoppeld kunnen worden. In de 19de of 20ste eeuw lijkt de rol van de terp uitgespeeld. De sporen uit deze fase betreffen kelders, betonnen palen en andersoortige funderingen, evenals  ingravingen uit de 20ste en 21ste eeuw. Het onderzoek lijkt aan te tonen dat Spakenburg beduidend ouder is dan 1409; het moment waarop voor het eerst melding wordt gemaakt van het dorp. Het oudste aardewerk is minstens 100 jaar ouder. De algemene opvatting is dat Spakenburg ontstond als haven van het verder landinwaarts, aan het eind van de Spakenburger Gracht gelegen Bunschoten. In die lezing was de haven van Spakenburg een voorpost, wellicht omdat de haven van Bunschoten voor grotere schepen niet bereikbaar was. Was Spakenburg al een zelfstandige Zuiderzeehaven op het moment dat Bunschoten stadsrechten verwierf (circa 1350)? De beide dorpen, de vissers uit Spakenburg en de boeren uit Bunschoten, waren dan eerder afhankelijk van elkaar, dan dat één dorp de overhand had. Bunschoten beheerste de landroutes naar Amersfoort en verder landinwaarts. Spakenburg de zeeroute naar de overige havens aan de Zuiderzee. Of deze opvatting in het dorp veel bijval zal krijgen is nog maar de vraag. Bij wedstrijden hoort er hier namelijk altijd één te winnen.

Milo Verhamme, Regio-archeoloog, Centrum voor Archeologie Amersfoort

Afbeelding 1: fuikvleugel (ca. 1400) wordt blootgelegd (foto Centrum voor Archeologie Amersfoort)

Afbeelding 2: loodbronzen grape na restauratie (foto Centrum voor Archeologie Amersfoort)