logo logo_provincieUtrecht

Bunschoten, Veenestraat

Ontgonnen grond. Opgraving van een terp aan de Veenestraat 39 in Bunschoten

Het ontstaan van Bunschoten is al geruime tijd voer voor discussie en er bestaan diverse theorieën over. Slechts één gegeven is echt van belang: Bunschoten ontstond ten tijde van de laatmiddeleeuwse ontginningen. In opdracht van de Bisschop van Utrecht werd het moerassige Eemland bewoonbaar gemaakt. Aan de Veenestraat heeft archeologisch onderzoek voor het eerst inzicht gegeven in de ontwikkeling van Bunschoten vlak ten zuiden van de laatmiddeleeuwse stadsuitleg. Bunschoten kent een lange geschiedenis van archeologisch onderzoek. De Stadsweiden aan weerszijden van de centraal gelegen Dorpsstraat bevatten zichtbare resten van de laatmiddeleeuwse stadsuitleg. Het dorp kreeg stadsrechten rond 1350. Er werden stadspoorten gebouwd, een gracht aangelegd en een wal opgeworpen. Maar de stad kwam er nooit. Nog geen eeuw later gokte Bunschoten op de verkeerde machthebber. In 1428, nog voordat het dorp kon uitbreiden binnen haar omwalling, werd het platgebrand door bisschoppelijke troepen uit Utrecht. Deze uit de historische bronnen bekende gebeurtenis is diverse malen onderwerp van archeologisch onderzoek in de Stadsweiden en langs de Dorpsstraat geweest. Over de bewoning buiten de dorpskern is archeologisch weinig bekend. Sinds de Bronstijd (2000-800 voor Chr.), toen de veenvorming het gebied bereikte, was het land ten noorden van Amersfoort een uiterst nat gebied. Niet geschikt voor bewoning of landbewerking. Vanaf ongeveer 1200 n. Chr. werd er in sneltreinvaart woest land ontgonnen. De toename van de bevolking en het belang van strategisch gunstig gelegen steden speelden hierbij een grote rol. In het huidige Eemland is de opzet van de ontginning nog duidelijk zichtbaar. Het landschap ten oosten en westen van Bunschoten wordt gekenmerkt door langgerekte percelen: strookverkaveling. De percelen grenzen aan een voor- en achterkade. Dit waren de ontginningsgrenzen waarlangs bewoning kwam. De noordzuid georiënteerde Veenestraat, de verbinding tussen de Bunschoterstraat en de Dorpsstraat, vormde ooit zo’n kade. Vermoedelijk werd vanaf hier het land ten oosten van Bunschoten (Bunschoten te Veen) ontgonnen, richting het riviertje de Laak. De boerderijen die langs deze kade op woonterpen werden gebouwd, vormden waarschijnlijk het begin van de huidige centrum kern Bunschoten. In 2013 is een deel van zo’n laatmiddeleeuwse woonterp onderzocht. Uit de oudste fase van het terrein komt een haaks op de Veenestraat gelegen sloot. De sloot past binnen het ontginningsverhaal van het gebied. Oostwest georiënteerde sloten voerden het zure veenwater af naar een wetering of kreek. Vervolgens is over de sloot een terp opgeworpen. De zuidwesthoek van de woonterp is onderzocht. Uit de waterput en de paalsporen van een bijgebouw blijkt dat de terp vanaf de eerste helft van de 14de eeuw in fasen is opgehoogd en zonder onderbreking is gebruikt tot in de 15de eeuw. In de 16de eeuw lijkt er sprake van een bewoninghiaat; vondstmateriaal uit deze periode ontbreekt. Vanaf de 17de eeuw wordt de terp weer gebruikt. Tot aan het midden van de 19de eeuw zijn aan de hand van de resten van drie opeenvolgende hooibergconstructies, twee waterputten en funderingen voor muurwerk twee ophogings- en bebouwingsfasen te onderscheiden. Vervolgens is het terrein geëgaliseerd, waarbij de grond van de top van de terp is afgeschoven.

Milo Verhamme, Regio-archeoloog, Centrum voor Archeologie Amersfoort

Afbeelding 1: sporenkaart vlak 1 van de Opgraving (afbeelding Archeodienst) 

Afbeelding 2: sporenkaart vlak 2 van de Opgraving (afbeelding Archeodienst)

Afbeelding 3 : een houten tonwaterput wordt onderzocht (foto Milo Verhamme)