logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam daar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

Echte bodemvondsten

Het voormalige meer dat is opgegraven in Nieuwegein werd in de (vroege) middeleeuwen driftig gebruikt voor de visvangst. Dat blijk onder andere uit allerlei houten constructies die teruggevonden zijn, maar misschien nog wel duidelijker uit de vele verzamelde netverzwaarders. De meeste netverzwaarders zijn vrij klein en waarschijnlijk gebruikt om netten op de bodem van het meer te verankeren. De netten werden verder tussen rechtopstaande houten palen vastgezet zodat ze verticaal in het water lagen. Andere stenen zijn groter en dienden misschien als anker voor boten. Een kleiner deel van de netverzwaarders is gevormd uit stukken Romeins dakpan die waarschijnlijk uit de overblijfselen van Romeinse nederzettingen in de buurt werden verzameld. Ook het materiaal voor de stenen netverzwaarders zal van die verlaten nederzettingen zijn gekomen.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats