logo logo_provincieUtrecht
Vóór het Jaar Nul

Vóór het Jaar Nul

De oudste vondsten Provincie Utrecht komen uit zandgroeven. Het zijn bijna onherkenbare werktuigen van vuursteen,  meer dan 200.000 jaar oud. Vanaf ongeveer 11.000 jaar geleden zal het gebied geregeld zijn bezocht door groepjes jagers, en vanaf zo’n 6000 jaar geleden richtten de mensen vaste woonplaatsen in, waar ze graan verbouwden en vee hielden. Uit deze vroegste, prehistorische bewoningsperiode zijn allerlei fascinerende vondsten bewaard gebleven. Ze vertellen ons iets uit een tijd waarover niets is opgeschreven, en hun verhaal is daardoor  uniek.

Bijl van de hunebedbouwers 

De hunebedden zijn wel de bekendste resten van de prehistorie in Nederland. Ze zijn gebouwd door boeren die tussen circa 3500 en 2900 v.Chr. op de noordelijke zandgronden woonden en dienden als grafkelder en –monument voor de plaatselijke gemeenschap. Er zijn er nog 53 van over, waarvan er 51 in Drenthe staan en twee in Groningen, al staat één van die twee niet meer op zijn oorspronkelijke plaats. Ook in Utrecht staat een constructie van grote stenen die lang voor een hunebed is aangezien, namelijk in Lage Vuursche. Daar wordt al lang aan getwijfeld, hoewel nooit onomstotelijk is bewezen dat het géén hunebed of een restant daarvan is. Zeker is wel, dat bij Lage Vuursche aardewerk van de hunebedbouwers (officieel: de Trechterbekercultuur) is gevonden.

Niet ver van Lage Vuursche ligt Maartensdijk, en daar komt deze mooie vuurstenen bijl vandaan. Hij heeft een afgeplatte boven- en onderkant en is op grond daarvan toe te schrijven aan de Trechterbekercultuur. Het is een van de meest westelijk gelegen aanwijzingen voor de aanwezigheid van deze cultuur in Nederland.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats