Tussen Romeinen en Riddertijd
Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.
Echt goud, valse munt
In de muntschat van Remmerden zaten gouden munten die onder beheer van muntmeester Madelinus waren geslagen. Madelinus kwam uit Maastricht en vestigde zich later in Dorestad, een vroegmiddeleeuwse handelsplaats die bij en onder het huidige Wijk bij Duurstede lag. Hij was niet in dienst van een vorst of staat, maar was een `kleine zelfstandige’ die goud verzamelde, aanmuntte en daar winst op maakte. Zijn naam stond voor kwaliteit en een goed goudgehalte. Zijn kwaliteitsproduct trok, zoals altijd en overal, vervalsers (of liever: kopieerders) aan. In het aangrenzende Friese gebied werden al snel `Madelinusmunten’ geslagen, zoals dit exemplaar dat in 2005 bij Remmerden is gevonden. In de muntschat die in 1988 daar vlakbij werd gevonden, zitten meer van dit soort pseudo-Madelinussen. Het goudgehalte werd steeds lager, en van de laatste voortbrengselen van deze valsemunterij zou de oude muntmeester zich hebben omgedraaid in zijn graf.
Specificaties
Thema |
Tussen Romeinen en Riddertijd
|
---|---|
Materiaal |
Metaal
|
Periode |
Middeleeuwen 450 nC-1500
|