logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

Meesterlijke munt

De Frankische vorsten die vanaf de late vijfde eeuw hun macht gingen uitoefenen in West-Europa, waren afstammelingen van Germaanse krijgsheren. Toch keken ze erg op tegen hun voorgangers, de Romeinse keizers, en hun tijdgenoten, de keizers van het Oost-Romeinse rijk. Ze namen van die machtige oosterburen het gebruik van gouden munten over: eerst kopieën, later eigen versies. Daarop staat een in Frankische stijl gestileerd, onherkenbaar portret van een vorst, en op de keerzijde een kruis. Ook wordt de plaats vermeld waar de munt is geslagen en de naam van de `muntmeester’ die daarvoor zorgde. Deze kleine gouden munt, een zogenaamde tremissis, is een product van de befaamde muntmeester Madelinus. Hij is geslagen in de nog befaamder handelsplaats Dorestad: DORESTAT FIT, staat rond het portret. De munt is geslagen rond 640 en zo’n halve eeuw later met tientallen andere gouden en zilveren munten begraven bij Remmerden, een buurtschap bij Rhenen. Het grootste deel van de muntschat van Remmerden is in 1988 gevonden, maar bij een opgraving in 2005 kwamen er nog een paar tevoorschijn, waaronder deze.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats