logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen. 

Angelsaksische pot

Tussen het vele `Frankische’, meestal op de draaischijf vervaardigde aardewerk dat als urn werd gebruikt, valt af en toe een bijzondere handgemaakte vorm op. Deze urn wordt als `Angelsaksisch’ omschreven en is het product van noordoostelijke tradities. Zulke potten hebben een uitgesproken plastisch oppervlak. De Duitsers noemen deze vorm met zijn gewelfde uitstulpingen een `Buckelurn’, waarbij `Buckel’ zoiets betekent als een `gekromde rug’. Het was in dit geval overigens geen urn maar een bijgift die naast de grafkist in graf 179 is gezet. Dat graf maakte in zijn eigen tijd – de zesde eeuw – nogal wat mee: het werd door een ouder graf heen gegraven, werd gedeeltelijk leeggeroofd (of men deed daar een poging toe) en tenslotte werd het op zijn beurt doorgraven toen latere generaties hun doden in urnen bijzetten. Toch was er genoeg bewaard gebleven om van een rijk graf te spreken. Waarom de eigenaar deze bijzondere, uitheemse pot heeft meegekregen, kunnen we alleen maar naar raden. De rest van de grafinhoud verraadt niets `buitenlands.’

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats