logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

Blijven drinken

De kunst van het glas maken en glasblazen was sinds de Romeinse tijd behouden gebleven, al bleef glas voor de vroegmiddeleeuwse bevolking van Nederland een heel kostbaar materiaal. Een glazen beker in een graf wijst dan ook op een hoge status van de dode. Deze `stortbeker’ komt uit het rijke vrouwengraf 118, te dateren in de periode 540-590. Het glas heeft geen voet en kon dus niet op een tafel worden teruggezet. Je moest dus blijven drinken, tenzij er in of op de tafel een speciale voorziening was getroffen in de vorm van een gat of een standaard. Na afloop van de dronk kon je de beker omgekeerd op tafel zetten. 

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats