logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen. 

Met pijl en boog

Hoewel de Frankische krijgers vooral liefhebbers lijken te zijn geweest van het man-tegen-mangevecht met zwaard en speer, waren ze ook wel gewapend met pijl en boog. Van de bogen is niets over, de ijzeren pijlpunten zijn in verschillende graven gevonden. Het linker- en rechterexemplaar op deze foto komen uit een mannengraf (215) uit de periode 580-650, dat behalve pijlpunten ook allerlei zwaarder wapentuig bevatte. De punt links is van het gebruikelijke bladvormige type; deze is voor een steviger verbinding aan de schacht versteviging met een stukje ijzerdraad omwikkeld. De rechterpunt heeft een vierkante doorsnede en lijkt op de (veel latere) `bouten’ van de middeleeuwse kruisbogen. De middelste punten komen uit graf 240, dat een halve eeuw ouder is.  

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats