logo logo_provincieUtrecht

Rhenen, Elst, Het Woud

De zuidelijke helft van Nederland moet in de vijfde eeuw na Christus een uitgestorven indruk hebben gemaakt. Nadat omstreeks het jaar 400 het Romeinse bestuur en leger definitief waren vertrokken, hebben de meeste bewoners het land verlaten. Pas een eeuw later is er weer aanwijsbaar leven in de brouwerij. Toen trokken vanuit het zuiden en zuidoosten groepjes mensen het bijna onbevolkte, dichtbegroeide land binnen en namen het in bezit. Van hun woonplaatsen weten we niet zo veel, maar van de plaatsen waar ze begraven werden, des te meer. Ze werden in rijen naast elkaar begraven, soms in een kist, soms zonder, soms in een urn, nadat het lichaam was verbrand. Ze kregen vaak gebruiksvoorwerpen, sieraden of wapens mee in hun graf. Daarom zijn deze vroegmiddeleeuwse `rijengrafvelden’ zo’n belangrijke informatiebron voor de archeologen. Die krijgen een uniek inkijkje in de maatschappij uit de zesde, zevende en achtste eeuw. Pas halverwege de achtste eeuw kwam er onder invloed van het Christendom een einde aan deze begrafenispraktijken.

Een van de laatste en grootste van deze grafvelden is in het voorjaar van 1981 opgegraven bij Elst, aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug. Waar nu de wijk ’t Woud ligt, legden archeologen toen 260 graven bloot uit de periode 500-750. Bijna dertig jaar later zijn de gegevens allemaal uitgewerkt, waardoor we nu een schat aan informatie hebben over dit grafveld. Het vertelt ons iets over mannen, vrouwen en kinderen, over de manier waarop ze zich versierden, over krijgshaftigheid en over persoonlijke trekjes die zich vertaalden in bijzondere grafgiften. Jong en oud, rijk en arm, machtig en onderdanig: de hele vroege gemeenschap van Elst lag hier naast en door elkaar. 

Voorwerpen

Gemeente

Plaats/Toponiem

Periode

Materiaal

Thema