logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

Klassiek souvenir   

Vanaf het einde van de zesde eeuw na Chr. kwamen vanuit het zuiden groepen krijgers met hun gevolg het toen zeer dun bevolkte Nederland binnen. Deze vroegmiddeleeuwse lieden wisten heel goed, dat dit gebied enkele eeuwen eerder onderdeel was geweest van het legendarische Romeinse Rijk, en hun vorsten beschouwden zich als erfgenamen van dat rijk. Dat men toen gefascineerd was door overblijfselen uit die Romeinse tijd, hoeft ons dan ook niet te verwonderen.

In het vroegmiddeleeuwse grafveld van Elst- ’t Woud zijn verschillende voorbeelden van die belangstelling gevonden. Een ervan is deze los gevonden hanger, gemaakt van een sterk gesleten zilveren munt (een antoninianus) uit de derde eeuw na Chr. We zien het portret van keizer Gordianus III, die regeerde van 238 tot 244. Hij was dertien jaar oud toen hij op de troon kwam en nog geen twintig toen hij, zoals de meeste van zijn voorgangers en opvolgers in de derde eeuw, werd vermoord. Op de keerzijde heeft PROVID AUG gestaan, Providentia Augusti: `de wijze vooruitziende blik van de Keizer.’ Gordianus kon niet voorzien dat zijn beeltenis vier eeuwen na zijn dood nog gedragen zou worden door een vroegmiddeleeuwse ‘barbaar’!

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats