logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen. 

Herkenbare mantelspelden

Al sinds de Bronstijd maakten de Europeanen hun overkleding vast met metalen spelden. Vaak wordt de Latijnse benaming fibulae gebruikt voor deze mantelspelden, die in ontelbare uitvoeringen en afmetingen  zijn gemaakt. Archeologen houden erg van fibulae omdat ze iets vertellen over de datering, de technologie en – vaak – de herkomst van de dragers. De vroegmiddeleeuwse Frankische fibulae zijn bovendien een lust voor het oog. Deze drie fraai versierde bronzen `beugelfibulae’ komen uit verschillende graven van rijke vrouwen, die in dezelfde tijd (tweede helft zesde eeuw) in Elst leefden en elkaar ongetwijfeld hebben gekend. Ze vormen alle drie de helft van een identiek uitgevoerd paar, waarmee de mantels waren vastgemaakt op de schouders van de dames toen ze in hun kist werden gelegd.  Van links naar rechts: graf 211, graf 87, graf 112.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats