logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

Urnen met een randje                      

Deze grote potten, of eigenlijk: een pot en een kan, zijn gebruikt als urnen. Hierin zaten de verbrande botten van de doden. In het grafveld van Elst – ‘t Woud liggen voor die tijd veel graven van gecremeerde doden. Dat gebruik nam toe in de zesde eeuw en was in de zevende eeuw overheersend. Deze beide graven (8 en 9) dateren allebei uit de zevende eeuw. Beide potten zijn versierd met horizontale groeven op de buik en hals; op de hals van de kan uit graf 9 heeft de maker een speels golflijntje gemaakt. Van die kan was de rand met opzet afgebroken en als een soort deksel over de verbrande resten geplaatst. In graf 8, dat waarschijnlijk van een man was, bevonden zich nog wat kleine voorwerpen, in graf 9 lag behalve de urn helemaal niets.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats