Tussen Romeinen en Riddertijd
Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.
Mooi paar
Al sinds de Bronstijd maakten de Europeanen hun overkleding vast met metalen spelden. Vaak wordt de Latijnse benaming fibulae gebruikt voor deze mantelspelden die in ontelbare uitvoeringen en grootten zijn gebruikt. Archeologen houden erg van fibulae omdat ze iets vertellen over de datering, de technologie en – vaak – de herkomst van de dragers. De vroegmiddeleeuwse Frankische fibulae zijn bovendien een lust voor het oog. Dit paar is afkomstig uit graf 118, een vrouwengraf uit de tweede helft van de zesde eeuw dat ook veel kralen en een glazen `stortbeker’ bevatte. Elke speld hield een punt van de mantel op een van de schouders van de draagster vast. Achter de versierde bronzen plaat zit een veerrol met een naald, waarmee als bij een veiligheidsspeld de fibula aan de stof wordt bevestigd. (G118/36 en G118/19).
Specificaties
Thema |
Tussen Romeinen en Riddertijd
|
---|---|
Materiaal |
Metaal
|
Periode |
Middeleeuwen 450 nC-1500
|