logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

`Conische’ potjes                              

 Veel potten uit de zogenaamde Merovingische periode (500 -750) hebben een typische, hoekige vorm. Archeologen noemen ze `dubbelconisch’ (afgeleid van conus of kegel) omdat twee afgeknotte kegels op elkaar lijken te zijn geplaatst. Deze exemplaren zijn afkomstig uit de graven 91, 162 en 210, die allemaal dateren uit de zesde eeuw. In graf 162 lag een kind begraven, in de andere twee lagen vrouwen. Geen van de drie overledenen was verbrand.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats