logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

Gevaarlijke worp

De Frankische samenleving was een krijgshaftige, en iedere man zal geleerd hebben hoe hij zich moest verdedigen, en het liefst ook hoe hij moest aanvallen. Niet iedereen kon zich een zwaard veroorloven, maar een flink mes of een bijl hing aan elke gordel. Beroemd is de francisca geworden, een kleine bijl met een korte steel en een gebogen bijlkling. Ze waren niet zozeer bedoeld om mee te hakken maar om een eind mee te gooien. Een Romeinse geschiedschrijver noteerde halverwege de zesde eeuw: `Ze hebben de gewoonte om die bijlen op een gegeven teken te werpen bij de eerste aanval, en zo de schilden van de vijand kapot te maken en de mannen te doden.’Of je met één worp zowel een schild kon doorklieven en de eigenaar dodelijk treffen, is de vraag, maar een salvo bijlen zal zeker indruk op de tegenstander hebben gemaakt. Deze francisca komt uit het rijke krijgergraf 178, waarin bijna ieder Frankisch wapen wel vertegenwoordigd is.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats