logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

Met de hand gevormd          

In de Vroege Middeleeuwen was de pottenbakkersdraaischijf al lang bekend; de Romeinen hadden hem ingevoerd in onze streken. Toch werden er ook nog wel potten met de hand geboetseerd, zoals de mensen hier dat duizenden jaren lang hadden gedaan. We kunnen zo’n handgevormde pot zien als teken van armoede, maar hij kan ook een heel persoonlijke betekenis hebben gehad voor de eigenaar of eigenares. Dit zijn twee van zulke potten. Links een heel simpel bekertje uit de vroegste tijd van het grafveld van Elst- ’t Woud, de vijfde eeuw. Het komt uit het graf van een meisje (graf 205) dat zonder kist en verder met een enkele kralenketting was begraven. De buik van het potje ernaast is voorzien van uitstulpingen. In dit graf, van een volwassen vrouw (graf 155), lagen nog veel meer voorwerpen, zoals kralen, mantelspelden en een glazen beker. Het graf dateert uit de periode 510-565.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats