logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

De ruiter van Elst                   

Een aantal mannen die op het grafveld van Elst-’t Woud waren begraven, hadden tijdens hun leven overduidelijk een militaire functie, of toch minstens een krijgshaftig imago. Ze werden behalve met (kostbare) gebruiksvoorwerpen ook begraven met hun wapens: lansen, zwaarden en schilden. Van een enkeling was aan zijn graf af te lezen dat hij tijdens zijn leven ruiter was geweest; onderdelen van het paardentuig lagen dan bij hem in het graf. Zo ook bij de man die in de eerste helft van de zesde eeuw begraven werd in graf 178. Behalve een bit en andere onderdelen vonden de archeologen ook deze vergulde bronzen riemverdeler, waar teugels doorheen werden gevoerd om ze uit elkaar te houden. Als de inhoud van een graf tekenend is voor de status van degene die erin ligt, moet dit een van de meest vooraanstaande leden, zo niet de leider, van de plaatselijke gemeenschap zijn geweest. 

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats