logo logo_provincieUtrecht
Tussen Romeinen en Riddertijd

Tussen Romeinen en Riddertijd

Meer dan twee eeuwen lang liep de grens van het Romeinse rijk dwars door Utrecht, zowel door de huidige provincie als door de huidige stad. Tussen 250 en 300 n. Chr. kwam dar abrupt een einde aan. Het Romeinse leger ontruimde de forten langs de (Kromme en Oude) Rijn , en nog weer een eeuw later was er niets meer over van de Romeinse heerschappij. Nog in diezelfde tijd namen anderen het heft in handen: zwaar bewapende krijgers en hun gevolg uit het noorden, die zich nestelden in de oude forten en op andere punten langs de rivier. Bijzondere archeologische vondsten werpen licht op deze `donkere’ Middeleeuwen.

Microraster                 

De vroegmiddeleeuwse gebruikers van het grafveld van Elst- ‘t Woud hadden beslist respect voor de graven van hun voorouders, maar soms herkenden ze de plek niet waar in het verleden al iemand ter aarde was besteld. Zo is het vrouwengraf 135, aangelegd rond het midden van de zesde eeuw, enkele tientallen jaren later doorgraven om er graf 136 in aan te leggen. De delvers van beide kistgraven hadden, misschien zonder het te weten, nóg oudere graven verstoord, waar gecremeerde doden begraven lagen. De stukjes verbrand bot lagen tussen de voorwerpen in de jongere graven.

Bij de aanleg van graf 136 zijn mogelijk voorwerpen uit het oudere graf 135 opgeruimd, maar deze mantelspeld is behouden gebleven. Hij is ingelegd met plaatjes die uit een stuk rode, doorschijnende halfedelsteen almandien zijn gezaagd. Niet alleen het zagen van die plaatjes vereiste een enorme precisie, opmerkelijker nog is het raster dat achter de steentjes in de bronzen drager is gestempeld. De vakjes meten ongeveer 0,5 bij 0,5 millimeter. Hoe de matrijs is gemaakt waarmee het raster is ingeslagen, is een raadsel. Het microsraster versterkt de natuurlijke schittering van het almandien. 

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats