logo logo_provincieUtrecht
Vóór het Jaar Nul

Vóór het Jaar Nul

De oudste vondsten Provincie Utrecht komen uit zandgroeven. Het zijn bijna onherkenbare werktuigen van vuursteen,  meer dan 200.000 jaar oud. Vanaf ongeveer 11.000 jaar geleden zal het gebied geregeld zijn bezocht door groepjes jagers, en vanaf zo’n 6000 jaar geleden richtten de mensen vaste woonplaatsen in, waar ze graan verbouwden en vee hielden. Uit deze vroegste, prehistorische bewoningsperiode zijn allerlei fascinerende vondsten bewaard gebleven. Ze vertellen ons iets uit een tijd waarover niets is opgeschreven, en hun verhaal is daardoor  uniek.

Bijlen van gewei          

De Steentijd is zo genoemd omdat de mensen toen veel van hun werktuigen maakten van steen of vuursteen. We weten dat er ook heel veel gereedschap is vervaardigd van hout, been en gewei. Die materialen blijven echter lang niet zo goed bewaard als steen, waardoor het lijkt alsof er bijna alleen met dat hardere materiaal werd gewerkt. Maar vooral hertengewei is ongelooflijk hard en toch taai, waardoor het prima voor allerlei soorten werktuigen kon dienen. Dit zijn bijlen of hamers van gewei; in het ronde gat zat een houten steel. Ze zijn samen met allerlei Romeinse voorwerpen gevonden bij zandwinning in de uiterwaarden bij Amerongen. Zelf waren de bijlen al enkele duizenden jaren oud toen hier Romeinse militairen verschenen. Ergens in het water of in een natte oeverlaag moeten ze de eeuwen hebben doorstaan.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats