logo logo_provincieUtrecht
Romeinen tegenover de Heuvelrug

Romeinen tegenover de Heuvelrug

In de eerste vier eeuwen van de jaartelling was Nederland ten zuiden van de grote rivieren deel van het Romeinse Rijk. De grens lag aan de Rijn, die toen nog niet bedijkt was en regelmatig een andere bedding koos. Ten noorden daarvan lag het land van Germaanse stammen, waar de Romeinen zich over het algemeen niet lieten zien. Zij verschansten zich in forten op de zuidelijke oever van de rivier. Er zijn een paar uitzonderingen, waarbij het leger zich ook ten noorden van de rivier heeft begeven. De meest geheimzinnige vindplaats ligt bij Amerongen. Bij het winnen van zand in de uiterwaarden tussen die plaats en Elst – dus op de vroegere noordelijke oever – zijn verschillende voorwerpen met een militair karakter gevonden. Wanneer het Romeinse leger hier actief is geweest, en hoe lang, is jammer genoeg niet te zeggen. Een echte opgraving heeft nooit plaatsgevonden. De vondsten kunnen te maken hebben met een naburig fort dat op de zuidoever bij Maurik (provincie Gelderland) moet hebben gelegen en toen waarschijnlijk Mannaricium heette.

Kommetje van `de Eerste’     

PRIMITIVI, `(eigendom) van Primitivus’ heeft een Romeinse soldaat in de bodem van zijn (pap)kommetje gekrast. Zo kon hij zijn bezit beter herkennen tussen de honderden andere die in zijn fort rondzwierven. Hij zal, net als de meeste soldaten langs de Rijn, iemand zijn geweest van eenvoudige komaf uit een van de Romeinse provincies en bij de hulptroepen van het leger hebben gediend. Zulke mannen kregen simpele Latijnse namen. `Primitivus’ is trouwens helemaal niet beledigend of kleinerend bedoeld als in ons `primitief’: het betekende in die tijd iets als `de Eerste’, of `de Oudste’. De bodem van zijn rode kommetje is een van de vele vondsten die bij Amerongen zijn gedaan. 

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats