logo logo_provincieUtrecht
Romeinen tegenover de Heuvelrug

Romeinen tegenover de Heuvelrug

In de eerste vier eeuwen van de jaartelling was Nederland ten zuiden van de grote rivieren deel van het Romeinse Rijk. De grens lag aan de Rijn, die toen nog niet bedijkt was en regelmatig een andere bedding koos. Ten noorden daarvan lag het land van Germaanse stammen, waar de Romeinen zich over het algemeen niet lieten zien. Zij verschansten zich in forten op de zuidelijke oever van de rivier.

Er zijn een paar uitzonderingen, waarbij het leger zich ook ten noorden van de rivier heeft begeven. De meest geheimzinnige vindplaats ligt bij Amerongen. Bij het winnen van zand in de uiterwaarden tussen die plaats en Elst – dus op de vroegere noordelijke oever – zijn verschillende voorwerpen met een militair karakter gevonden. Wanneer het Romeinse leger hier actief is geweest, en hoe lang, is jammer genoeg niet te zeggen. Een echte opgraving heeft nooit plaatsgevonden. De vondsten kunnen te maken hebben met een naburig fort dat op de zuidoever bij Maurik (provincie Gelderland) moet hebben gelegen en toen waarschijnlijk Mannaricium heette.

Legertegel 33

EX GER INF staat fier op deze tegel gestempeld: Exercitus Germanicus Inferior, `het Leger van Neder-Germanië’. Dit leger, enkele tienduizenden mannen sterk, bewaakte de Rijngrens tussen Katwijk en Bonn. Neder-Germanië was eerst een militair district en later een echte Romeinse provincie, waarvan Keulen de hoofdstad was. Het leger had niet alleen legerkampen, forten en wachttorens in beheer, maar ook akkers, weilanden, werkplaatsen en steenbakkerijen. Daar werden de tegels en dakpannen gebakken waarmee de badhuizen bij de forten werden betegeld en de daken van de barakken werden gedekt. Deze tegel is een baggervondst uit de uiterwaarden bij Amerongen. Of daar zo’n degelijk gebouw met tegelvloer of pannendak heeft gestaan, is de vraag.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats