logo logo_provincieUtrecht
Romeinen tegenover de Heuvelrug

Romeinen tegenover de Heuvelrug

In de eerste vier eeuwen van de jaartelling was Nederland ten zuiden van de grote rivieren deel van het Romeinse Rijk. De grens lag aan de Rijn, die toen nog niet bedijkt was en regelmatig een andere bedding koos. Ten noorden daarvan lag het land van Germaanse stammen, waar de Romeinen zich over het algemeen niet lieten zien. Zij verschansten zich in forten op de zuidelijke oever van de rivier.

Er zijn een paar uitzonderingen, waarbij het leger zich ook ten noorden van de rivier heeft begeven. De meest geheimzinnige vindplaats ligt bij Amerongen. Bij het winnen van zand in de uiterwaarden tussen die plaats en Elst – dus op de vroegere noordelijke oever – zijn verschillende voorwerpen met een militair karakter gevonden. Wanneer het Romeinse leger hier actief is geweest, en hoe lang, is jammer genoeg niet te zeggen. Een echte opgraving heeft nooit plaatsgevonden. De vondsten kunnen te maken hebben met een naburig fort dat op de zuidoever bij Maurik (provincie Gelderland) moet hebben gelegen en toen waarschijnlijk Mannaricium heette.

Vettig lampje

In de Romeinse tijd verlichtten de mensen ’s avonds hun huizen met kaarsen, fakkels of lampjes waarin olie of vet werd gebrand. De olielampen waren van boven gesloten en hadden alleen openingen om ze te vullen en om de lont in te steken; de lampen voor vet waren aan de bovenkant open. Dit is zo’n vetlamp, gemaakt van brons. Het exemplaar is niet in heel goede staat, en het handvat is afgebroken. In de uitstulping aan de voorkant brandde de lont.    

 

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats