logo logo_provincieUtrecht
Vóór het Jaar Nul

Vóór het Jaar Nul

De oudste vondsten Provincie Utrecht komen uit zandgroeven. Het zijn bijna onherkenbare werktuigen van vuursteen,  meer dan 200.000 jaar oud. Vanaf ongeveer 11.000 jaar geleden zal het gebied geregeld zijn bezocht door groepjes jagers, en vanaf zo’n 6000 jaar geleden richtten de mensen vaste woonplaatsen in, waar ze graan verbouwden en vee hielden. Uit deze vroegste, prehistorische bewoningsperiode zijn allerlei fascinerende vondsten bewaard gebleven. Ze vertellen ons iets uit een tijd waarover niets is opgeschreven, en hun verhaal is daardoor  uniek.

Werktuig of afval?

Vuursteen, het glasachtige materiaal dat glasscherpe scherven oplevert, is honderdduizenden jaren het basismateriaal geweest van de prehistorische mens. Dat was niet alleen zo in de Steentijd (die eigenlijk best `Vuursteentijd’ zou kunnen heten) maar ook nog lang daarna. Het wordt bijna overal gevonden, soms in grote brokken, soms in de vorm van kleine kiezels. De vakman kan er prachtige voorwerpen van maken, maar ook de volkomen beginner kan al snel werktuigjes maken waarmee kan worden gesneden, geschaafd en geprikt. Dit voorwerpje, gevonden op de Utrechtse heuvelrug, zou best een zo’n simpel werktuigje kunnen zijn. Het is door mensenhand gemaakt, wat te zien is aan de scherpe `rug’ die alleen ontstaat als iemand een flinke, gerichte mep op een stuk vuursteen geeft. Je kunt er in ieder geval mee snijden en schaven. Maar het kan ook een stukje afval zijn, ontstaan bij het maken van een veel beter werktuig. Het is niet te zeggen, hoe oud het is; daarvoor is de vorm te onbestemd.

Meer voorwerpen uit dezelfde vindplaats