Huis & Haard

De inheemse bevolking van Nederland at zijn eigen graan en vlees en bereidde dat eten in zelfgebakken potten. Voor het Romeinse leger werd alles door anderen verbouwd, gemaakt en ingevoerd: graan, vlees, vis, potten, borden, bekers. De soldaten aten voedsel dat hier nog nooit was gezien en geproefd, en gebruikten aardewerk dat in grote pottenbakkerijen in Frankrijk, België en Duitsland `aan de lopende band’ werd vervaardigd.   

Het haasje  

Of er in Romeins Nederland veel werd gejaagd, weten we eigenlijk niet; er zijn weinig aanwijzingen voor in de vorm van botten van geslacht jachtwild. Men had in die tijd wel een fascinatie voor jacht en wilde dieren. Jachttaferelen werden afgebeeld op mozaïeken, maar ook op kommen van terra sigillata-aardewerk en op bekers. Dit is een scherf van zo’n `jachtbeker’, waar rechtsboven de kop van een angstig wegrennende haas te zien is. De dieren werden op de beker aangebracht met barbotine, een kleipap waarmee plastische figuren konden worden gemaakt.